De Staatssecretaris van Financiën heeft op 24 april de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanvullende tijdelijke fiscale maatregelen vanwege Covid-19. De maatregelen die een wettelijke verankering nodig hebben, worden opgenomen in het Belastingplan 2021. Vooruitlopend hierop wordt waar nodig een nog uit te werken goedkeurend beleidsbesluit gepubliceerd.
Een verlaging van het gebruikelijk loon bij omzetdaling
Een directeur-grootaandeelhouder (dga) mag tijdelijk zijn/haar gebruikelijk loon verlagen over het jaar 2020 vanwege de coronacrisis. Deze verlaging van de het gebruikelijk loon wordt gebaseerd op de omzetdaling van het jaar 2020 ten opzichte van het jaar 2019. Wanneer de omzet van de BV over het jaar 2020 25% lager is dan de omzet over het 2019, dan mag het gebruikelijk loon 2020 maximaal 25% lager zijn dan het gebruikelijk loon van het jaar 2019. De vormgeving van deze maatregel en de voorwaarden zullen vergelijkbaar zijn met eenzelfde regeling en voorwaarden die tijdens de kredietcrisis in 2009 zijn getroffen. Het is nog onduidelijk of het verbod van het laten stijgen van de rekening-courantschuld of het uitkeren van dividend ook in deze maatregel wordt opgenomen.
Urencriterium
Het urencriterium van 1.225 uur op jaarbasis (gemiddeld ongeveer 24 uur per week) wordt versoepeld. Voor de periode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 mag een ondernemer voor het urencriterium ervan uitgaan dat de ondernemer ten minste 24 uur per week aan zijn onderneming heeft besteed. Ongeacht of de ondernemer vanwege de coronamaatregelen wel of geen uren aan zijn onderneming heeft besteed. Deze versoepeling geldt ook voor het verlaagde urencriterium van 800 uur op jaarbasis (gemiddeld ongeveer 16 uur per week) voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. Deze ondernemers worden geacht ten minste 16 uur per week aan de onderneming te hebben besteed in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. Wanneer voor seizoensgebonden ondernemers de piek van de uren in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 valt, dan geldt voor deze groep ondernemers een aanvullende regeling. Deze regeling houdt in dat de seizoensgebonden ondernemers voor de bepaling van het urencriterium voor het jaar 2020 uit mogen gaan van de uren die zij besteden in dezelfde periode van de oudere jaren.
Werkkostenregeling
De vrije ruimte in de werkkostenregeling wordt voor het jaar 2020 tijdelijk verhoogd. Het percentage van 1,7% van de vrije ruimte voor de eerste € 400.000 van de loonsom per werkgever wordt verhoogd naar 3%. Deze verhoging biedt werkgevers de mogelijkheid om in deze moeilijke tijd om hun werknemers extra tegemoet te komen.
Fiscale coronareserve
De door de coronacrisis getroffen bedrijven kunnen voor de vennootschapsbelasting 2019 een zogenaamde fiscale coronareserve vormen. Hiermee kunnen de getroffen bedrijven het verwachte verlies van het jaar 2020 direct ten laste van het jaar 2019 brengen, waardoor de getroffen bedrijven eerder over liquiditeiten kunnen beschikken. De hoogte van de fiscale coronareserve bedraagt maximaal de fiscale winst, zonder rekening te houden met deze reserve van het jaar 2019. Hierdoor kunnen de getroffen bedrijven de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2019 naar beneden aanpassen. In een nog te publiceren beleidsbesluit wordt duidelijk gemaakt welke voorwaarden voor deze fiscale coronareserve gaan gelden en hoe hiervan gebruik kan worden gemaakt.
Uitstel inwerkingtreding wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap
De beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap wordt met een jaar uitgesteld. Dit betekent dat dga’s een jaar langer de tijd krijgen om de schuld van meer dan € 500.000 aan hun vennootschap af te lossen. Het wetsvoorstel zal nu per 1 januari 2023 in werking treden in plaats van per 1 januari 2022.
Goedkeuringen betaalpauze voor hypotheekverplichtingen
Kredietverstrekkers kunnen aan hun klanten, die door de coronamaatregelen niet in staat om rente- en aflosverplichtingen van de hypotheek te betalen, een mogelijkheid bieden tot een betaalpauze. In deze betaalpauze hoeven de klanten geen (of minder) rente en aflossing te betalen. Voor hypotheken die vanwege de eigenwoningregeling verplicht moeten aflossen, kan dit betekenen dat in de toekomst een deel of de gehele fiscale renteaftrek voor de eigen woning vervalt. Daarom komt de staatssecretaris van Financiën met de volgende goedkeuringen:
De eerste goedkeuring heeft betrekking op het zo snel mogelijk vaststellen van een nieuw annuïtair aflosschema na de betaalpauze van maximaal zes maanden. In dit nieuwe annuïtaire aflosschema wordt de aflossingsachterstand uitgesmeerd over de resterende looptijd.
De tweede goedkeuring staat toe dat de resterende lening wordt gesplitst in een lening die het bestaande annuïtaire schema volgt en een nieuwe lening die betrekking heeft op de aflossingsachterstand. Deze nieuwe lening krijgt een eigen annuïtair aflosschema waarbij de looptijd maximaal de resterende looptijd van de oorspronkelijke hypotheek bedraagt. Afhankelijk van de draagkracht van de klant kan de kredietverstrekker ervoor kiezen om voor deze nieuwe lening een kortere looptijd te laten gelden.
Naast de gemiste aflossingen zal ook de uitgestelde rente aan de kredietverstrekker moeten worden betaald. De aftrekbaarheid van deze uitgestelde rentebetalingen volgt de huidige fiscale regels. Deze uitgestelde rentebetalingen is aftrekbaar op het moment van het rentedragend schuldig worden (2020) of op het moment van feitelijke betaling (mogelijk (deels) in 2020 of in latere jaren).
In het nog te publiceren beleidsbesluit wordt opgenomen dat de hierboven genoemde goedkeuringen geldt voor belastingplichtigen die zich tussen 12 maart 2020 en 30 juni 2020 melden of hebben gemeld bij hun kredietverstrekker en met hun kredietverstrekker een betaalpauze zijn overeenkomen van maximaal zes maanden. Deze betaalpauze moet uiterlijk op 1 juli 2020 zijn ingegaan.
Comments