Het kabinet heeft op 31 maart 2020 de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW) bekend gemaakt.
Doel van de maatregel is om kennis en ervaring van werknemers voor bedrijven te behouden en om werkeloosheid te voorkomen. De regeling voorziet in een subsidie voor werkgevers die als gevolg van de coronacrisis worden geconfronteerd met een omzetdaling van tenminste 20%. Deze subsidie is bedoeld om de loonkosten te kunnen bekostigen van werknemers die verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Dit geldt ook in het geval van werknemers met een flexibel contract of in fictieve dienstbetrekking. Voor payroll- en uitzendwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere werkgevers. De regeling geldt echter niet voor dga’s, die niet of vrijwillig verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen.
Omzetdaling Wil het bedrijf in aanmerking komen voor de regeling, dan moet er sprake zijn van een omzetdaling over een aaneengesloten periode van drie maanden in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 juli 2020. De werkgever kan rekening houden met een eventuele vertraging in de omzetdaling door een startdatum van 1 april of 1 mei te kiezen. De omzetdaling moet tenminste 20% bedragen ten opzichte van de referentieomzet. De referentieomzet is 25% van de omzet over 2019. Eventueel ontvangen andere subsidies uit publieke middelen gelden als omzet. Het kan voorkomen dat de referentieomzet 2019 niet representatief is, vanwege bijvoorbeeld groei van de onderneming of seizoenpatronen. De wetgever heeft dit onderkend, maar voor de eenvoud van de regeling wordt hiermee geen rekening gehouden.
Voor de omzetdaling wordt uitgegaan van de omzetdaling van de natuurlijke persoon of rechtspersoon. Als sprake is van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, dan wordt uitgegaan van de omzetdaling van de groep zoals deze op 1 maart 2020 bestond. Als een rechtspersoon een dochtermaatschappij is van een ander als bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, worden de dochtermaatschappij en die rechtspersoon behandeld als een groep. Hiervoor worden Nederlandse rechtspersonen en vennootschappen in aanmerking genomen, evenals buitenlandse rechtspersonen en vennootschappen met loon in Nederland. Het percentage omzetdaling van de groep geldt voor elk loonheffingennummer binnen de groep.
Hoogte van de subsidie Werkgevers die over een aaneengesloten periode van drie maanden met een omzetdaling worden geconfronteerd van tenminste 20%, komen in aanmerking voor een subsidie van maximaal 90% van de loonsom in de periode maart, april en mei 2020. Als loonsom geldt het sociale verzekeringsloon uit tegenwoordige dienstbetrekking, waarbij per werknemer een maximum geldt van €9.538 per maand. Met andere kosten en lasten van de werkgever wordt rekening gehouden door een vaste opslag van 30%. Bedraagt de omzetdaling minder dan 100% dan wordt de subsidie van 90% evenredig verlaagd. De subsidie wordt verstrekt per loonheffingennummer.
Verplichtingen van de werkgever De werkgever is onder meer verplicht om de subsidie aan te wenden voor betaling van de loonkosten. Bovendien verplicht hij zich om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Ook verplicht de werkgever zich om geen ontslag aan te vragen vanwege bedrijfseconomische redenen in de periode 18 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. Als dat wel het geval is, heeft dat gevolgen voor de hoogte van de te verlenen subsidie. Daarnaast heeft de werkgever een administratie- en inlichtingenverplichting tot vijf jaar na de datum vaststelling van de subsidie.
Aanvraag subsidie De subsidie kan worden aangevraagd bij het UWV per loonheffingennummer. De aanvraagperiode loopt volgens de regeling van 14 april tot en met 31 mei, of zoveel eerder als mogelijk is. De streefdatum om de regeling uit te kunnen voeren is 6 april aanstaande. Het UWV hanteert voor het voorschot de loongegevens uit de Polisadministratie van januari 2020. Het voorschot bedraagt 80% van de berekende subsidie en wordt uitbetaald in drie termijnen. Het streven is om de eerste termijn uit te betalen binnen 2-4 weken na de aanvraag. Binnen 24 weken na afloop van de subsidieperiode moet de werkgever vragen om een vaststelling van de subsidie, waarbij mogelijk een accountantsverklaring wordt gevraagd. Volgens de kamerbrief, volgt over dit laatste nog nadere informatie.
Meer informatie vind je in de Kamerbrief en de regeling Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid en op de website van het UWV.